Als gedurende enige tijd de neerslag uit regen en beregening minder is dan de evapotranspiratie, verliest de bodem zijn waterreserve. Na een aanzienlijke regenbui of beregening raakt de wortelzone verzadigd met water. Na enkele uren is het overtollige water afgevoerd en komt er lucht tussen de gronddeeltjes, waardoor de wortelzone op veldcapaciteit komt. De plant heeft in dit stadium nog geen enkele moeite om water te onttrekken en de huidmondjes zijn volledig open, zodat het water onbeperkt transpireert. Dit koelt de plant af en laat CO2 binnentreden. Wanneer meer water verdwijnt door verdamping uit grond en blad, willen gronddeeltjes het resterende water vasthouden en is er zuigkracht (Ψ) nodig voor planten om het water eruit te trekken.
Reactie op zuigkracht
Wanneer deze zuigkracht, aangegeven met een tensiometer, groter is dan 50 cbar (Ψ> 50 cb), begint de plant te reageren door het sluiten van de huidmondjes, waardoor er dus minder water transpireert. Daarnaast treedt op dat moment minder CO2 toe en neemt de bladtemperatuur toe. Daardoor neemt de ademhaling toe, wat de twee oorzaken van verminderde groei zijn. Als er nog meer water wordt onttrokken, verwelkt de plant en wordt meer bodem blootgesteld aan zonlicht in plaats van blad. Daardoor vangt het gewas minder licht op en vermindert de groei verder.
Langdurige droogte
Wanneer een gewas langer aan droogte lijdt, werpt het zijn onderste bladeren af, de stralingsonderschepping daalt en bijgevolg gaat de groeisnelheid nog verder omlaag. De aardappel heeft een ander mechanisme dan granen, die niet in staat zijn om hun bladeren te laten vallen. Zodra het vlaggeblad er is, blijft het en dragen alle bladeren bij aan transpiratie, zij het minder wanneer huidmondjes dichtgaan. Wanneer de grond vrijwel volledig droog is en op het permanent verwelkingspunt (PVP) en op Ψ = -13 bar is aangeland, dan lijdt de plant zo zeer dat zij niet meer kan herstellen en afsterft.
Waar gewassen ernstig lijden onder watergebrek krijgen ze water door middel van bevloeiing of beregening met de hand, slang, druppelen, sprinkler, kanon of spil (pivot). Bronnen zijn oppervlaktewater uit rivieren, meren of opgestuwd water achter een dam en geslagen of gemetselde putten.
Voor het meest actuele nieuws op aardappelgebied is er de Aardappelwereld Nieuwsbrief.
Meld u nu aan om deze gratis digitale nieuwsbrief te ontvangen!