De inhoud van deze blogpost is onderdeel van het artikel in Aardappelwereld magazine over de Rassendagen 2021.
Door Zindziwe Janse, Jaap Delleman en Leo Hanse.
Tijdens de Rassendagen 2021 vroegen wij aan de deelnemende kweekbedrijven waar de veredelaars op focussen in het hedendaagse aardappelkweekwerk. Het volledige artikel over de Rassendagen kunt u gratis downloaden via deze link. In deze blogpost leest u het antwoord op deze vraag gegeven door Gerard Bovée, directeur/mede-eigenaar Plantera, Marknesse:
“Smaak is zelden een wens waar de klant als eerste mee op de proppen komt”
Er verschijnt een brede lach op het gezicht van Gerard Bovée zodra hij de vraag naar de focus in het kweekwerk krijgt voorgeschoteld. Hier hoeft hij niet lang over na te denken, het antwoord rolt er in één adem uit. “Als er een ding is waar we over alle jaren onze aandacht continu op blijven richten, is dat de aardappelen op zijn minst smakelijk moeten zijn.”
“Ik weet, dat is een moeilijk te bepalen eigenschap, want wat de een lekker vindt is voor een ander soms niet te pruimen. Maar door op dit punt continu de vinger aan de pols te houden, zorgen we er in elk geval op zijn minst voor dat alles wat valt onder de noemer ‘smakeloze hap’, niet in ons rassenassortiment terechtkomt. Dat is één”, vat Bovée kort en bondig samen. “Daarna komen de andere speerpunten”, vervolgt hij. “Voor al onze kruisingen geldt dan dat minimaal een van de ouders phytophthora- en/of virusresistentie in zich moet hebben. Al het andere, kook-, frites-, chipskwaliteit, pallidaresistentie of wat ook, zit er naar wens bij in. Dus ja, als je het mij vraagt, staat smaak bij ons bovenaan het lijstje. Ik moet erkennen, het is zelden een wens waar de klant als eerste mee op de proppen komt, maar wij merken wel dat onze rassen met smaak wel het meest succesvol zijn. En dan heb ik het niet alleen over tafelaardappelen, ook voor frites- en chipsaardappelen is het van belang. Als een ras smaak heeft kun je er ook meerdere kanten mee op. Ik zal jullie een voorbeeld geven. We hebben het ras Meera in ons assortiment. Dat is eigenlijk uitgeselecteerd als chipsaardappel. Nu maakt dit ras een enorme opmars in Italië. Echter niet in de vorm van chips, maar gewoon als bloemige verse tafelaardappel, omdat die bij koks en consumenten daar plots is opgevallen vanwege zijn uitgesproken smaak. En zo zien we het vaker gaan bij aardappelen die gewoon lekker zijn. Jullie vragen ook naar de klant en hoe je erachter komt wat voor hen de beste keuze is? De kunst daarbij is vooral: ken je eigen rassenpakket. Bij sommige handelshuizen is het aanbod zo groot dat ze zelfs als aanbieders door de bomen het bos niet meer zien. Wanneer je veel van een ras weet kun je met wat aanpassingen, bijvoorbeeld in pootafstand of met de bemesting, hier soms een andere eindbestemming aan geven dan waar deze uiteindelijk op uitgekozen is. Dus veel is niet altijd beter. Een overzichtelijk aanbod maakt je pakket ook flexibeler inzetbaar. Bovendien kun je met een diepgaandere kennis over je rassen je klant beter op weg helpen in teelt en afzet. Om onze focus op kweekwerk het beste samen te vatten in één ras, dan is dat voor mij voor nu en de komende jaren nog altijd met het ras Vitabella. Dat is een aardappel die niet alleen maar uit plaksel bestaat, maar zeer smaakvol is, breed afzetbaar als tafel- en (thuis)fritesaardappel en duurzaam te telen. Door zijn hoge phytophthoraresistentie is het ras geschikt voor zowel bio als gangbaar. Zijn opbrengst mag dan niet de hoogste zijn, met slechts een paar keer spuiten, in plaats van twaalf tot dertien keer, spaar je enorm veel kosten aan middel uit. Al met al kun je met dit ras dus een zeer rendabele teelt realiseren.”
Meer lezen over de Rassendagen 2021?
Het volledige artikel gepubliceerd in Aardappelwereld magazine 21/12 kunt u hier teruglezen.
Het Engelstalige e-book uitgegeven in aanloop naar de Rassendagen download u hier.