Wanneer knollen afrijpen voor de oogst zet de schil zich. Voordat de schil gezet is, kun je de dunne epidermis gemakkelijk verwijderen door te wrijven.
Dit kan de teler met de hand doen om te zien of de schil wel gezet is en of het gewas klaar is om te oogsten. Zo wordt voorkomen dat tijdens het machinaal oogsten knollen ontvellen door ruw contact met machineonderdelen. Wanneer de schil wordt afgepeld, komt het onderliggende weefsel bloot te liggen, waarna door wondgenezing de knol een nieuwe schil vormt.
Ongunstige omstandigheden
Wanneer de omstandigheden voor wondgenezing ongunstig zijn, verliezen de knollen water en zijn ze vatbaarder voor infecties. De omstandigheden voor genezing zijn bijvoorbeeld ongunstig bij een natte knol bij condensatie en wanneer de temperatuur ver weg ligt van de optimale wondgenezingtemperatuur van 20 °C, dus bij temperaturen lager dan 14 °C en hoger dan 24 °C, verliezen knollen water en zijn ze vatbaar voor infectie, waardoor de kwaliteit van de knol afneemt. De wond, of in ieder geval de randen, blijven echter ook na een goede uitharding zichtbaar als een defect aan het knoloppervlak. Het ontvellen wordt minder als de knollen afgerijpt zijn ten tijde van het oogsten.
Knollen behandeld en bewerkt bij lage temperaturen bij de oogst in de herfst in gematigde klimaten zijn gevoelig voor ontvellen en stootblauw. Bij temperaturen ruim boven 10 °C, maar sterk afhankelijk van het ras, gewasrijpheid en groeiomstandigheden, zijn schade en verliezen gering.
Meer lezen over knolafwijkingen in aardappelen?
Ons 600 pagina’s tellende Aardappelhandboek neemt u mee van het moleculaire niveau van de aardappel tot productiesystemen van zelfvoorzienende tot geavanceerde landbouw.